Ventileren, ventileren, ventileren!

15-06-2020

De laatste weken besteden diverse nationale (TVVL, ISIAQ) en internationale (Rehva) vakverenigingen op het gebied van binnenklimaat veel aandacht aan het coronavirus (covid-19). Naast de maatregelen die het RIVM stelt valt uit de vele webinars en faq’s altijd één conclusie op: Ventileren, ventileren, ventileren!

Vele studies onderzoeken op dit moment of en hoe het coronavirus zich verspreidt via de lucht. Het is zeer aannemelijk dat dit mogelijk is. Het blijft onduidelijk of de aerosols, de minuscule kleine vochtdeeltjes in de lucht, zodanig zijn dat ze ook levensvatbare virusdeeltjes kunnen transporteren en dus voor besmetting kunnen zorgen. Omdat niet kan worden uitgesloten dat het coronavirus zich via de lucht verspreidt wordt het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd. Voorzorgsmaatregelen die proportioneel zijn worden voorgesteld. Ook Techniek Nederland onderschrijft dit.

Wekelijks, zo niet dagelijks, worden nieuwe verbanden onderzocht of aangetroffen in relatie tot de verspreiding van het coronavirus. Dat betekent ook dat nieuwe maatregelen worden gepromoot, veranderd of juist afgezwakt.

Waarom ventileren

Waar mensen samen komen is het altijd belangrijk om te ventileren. Mensen vervuilen nu eenmaal de lucht. Door ademen stoot je onder andere vocht en CO2 uit en, tenzij je onbeweeglijk op een stoel blijft zitten, komt er fijnstof vrij. Al die stoffen leiden tot vervuiling van de binnenlucht. Of ze nu schadelijk of besmettelijk zijn of niet.

Wat is ventilatie

Ventileren is het vervangen van “vervuilde” binnenlucht door schone buitenlucht. Schone lucht wordt in de ruimte geblazen waardoor de vervuilde binnenlucht verdund wordt door de schone buitenlucht. Hoe meer je ventileert, hoe meer de binnenlucht verdund wordt en hoe kleiner de kans dat er levensvatbare virusdeeltjes aanwezig zijn. Voor alle duidelijkheid: als er géén virus aanwezig is omdat er geen zieke of besmette mensen zijn, is er ook geen besmettingsgevaar.

Ventileren kan al simpel door ramen en deuren te openen. Vaak zijn er ook raamventilatieroosters aanwezig. Dit noemen we natuurlijke ventilatie.
Mechanische ventilatiesystemen bevatten vaak filters, zodat kleine stofdeeltjes zoals pollen, uitlaatgassen en zelfs bacteriën uit de lucht gehaald worden. Daarnaast wordt de lucht vaak verwarmd en soms ook gekoeld.

Een tafelventilator, ondanks zijn naam, ventileert dus niet maar circuleert de binnenlucht alleen maar rond in een ruimte. Hetzelfde geldt voor een airco(systeem).

Wanneer ventileer je voldoende

Studies hebben aangetoond (samengevat door Bba Binnenmilieu en TVVL/Rehva) dat het besmettingsrisico flink afneemt indien er veel geventileerd wordt. De CO2-concentratie wordt hierbij als graadmeter genomen. CO2 is relatief eenvoudig en goedkoop te meten. Wanneer de CO2-concentratie beneden de 800 ppm blijft, wordt aangenomen dat de lucht schoon genoeg is. Dit komt overeen met Klasse A uit het Programma van Eisen Gezonde Kantoren.

Dit kun je bereiken door:

  • Veel schone ventilatielucht toe te voeren
  • Het aantal personen in een ruimte te beperken
  • De verblijfstijd in een ruimte te beperken
  • Ramen te openen, voor, tijdens en/of na een bijeenkomst.

Meer ventileren is, naast alle maatregelen in relatie tot de sociale afstand en het vermijden van contact met oppervlakten, de meest effectieve aanpak binnen gebouwen om de kans op besmetting te minimaliseren. Het maximaliseren van de verse luchttoevoer (op ruimteniveau) wordt geadviseerd. Indien mogelijk moet de verse luchttoevoer opgevoerd worden tot 60 m3/h per persoon. Dit komt overeen met klasse A van het Programma van Eisen Gezonde Kantoren en is veel meer dan het Bouwbesluit voorschrijft. Indien de 60 m3/h per persoon niet haalbaar is, kies dan het maximale niveau dat wel haalbaar is.

Met betrekking tot de bedrijfstijden: schakel de ventilatie in, tenminste twee uur voor opening van het gebouw en verlaag de stand twee uur na sluiting van het gebouw. Schakel 's nachts en in het weekend de ventilatie niet uit, maar laat de ventilatie draaien in een lagere stand.
Indien het mechanische ventilatiesysteem onvoldoende capaciteit heeft dan kan er meer geventileerd worden door het openen van ramen aan weerszijden van het gebouw.

Door het plaatsen van een CO2-meter met indicatielampjes (“stoplicht”) krijg je een goed beeld van de luchtkwaliteit in de ruimte. Hierop kun je anticiperen door bijvoorbeeld de ruimte te verlaten of extra te laten luchten. Vooral voor gebouwen zonder of beperkte mechanische ventilatie is dit een goed hulpmiddel.

Ter illustratie is voor een standaard leslokaal met 25 leerlingen en 1 leerkracht een aantal scenario’s doorgerekend. Het verloop van de CO2-concentratie is hierbij als graadmeter voor de binnenluchtkwaliteit genomen: hoe hoger de CO2-concentratie, hoe meer de binnenlucht is vervuild.

Natuurlijk is ventileren makkelijker gezegd dan gedaan. Met mooi weer kunnen we de ramen best openzetten voor voldoende verse lucht. Maar hoe zit het met geluid van buiten, veiligheid en inbraakgevoeligheid? En wat als het regent of als het kouder wordt? Hoe blaas je zoveel mogelijk verse lucht in zonder dat het hinderlijk (tocht) wordt? Hoeveel (extra) energie voor verwarming kost dit? Afgezien van de bouwkundige en technische mogelijkheden. Met deze vragen houden gebouwbeheerders zich bezig momenteel.

Mechanische ventilatie

Het aanbrengen van een mechanisch ventilatiesysteem kan een oplossing zijn. Een mechanisch ventilatiesysteem bestaat meestal uit een luchtbehandelingskast, vaak geplaatst op het dak, waaraan luchtkanalen gekoppeld zijn. De lucht wordt gefilterd, verwarmd en soms gekoeld of bevochtigd en getransporteerd naar de diverse ruimtes. De vervuilde lucht gaat weer naar buiten nadat hieruit de warmte is teruggewonnen. De aanleg kan complex zijn, misschien zelfs niet mogelijk zonder bouwkundige aanpassingen en vergt altijd een investering.

Het kan de moeite waard zijn om dit, juist nú, te combineren met een verduurzaming van het pand. Het comfort van het binnenklimaat neemt toe, het binnenmilieu wordt gezonder waardoor productiviteit van mensen toeneemt én de energiekosten dalen. Het vastgoed zal in waarde toenemen. Het loont zich om dit te onderzoeken. De installatiewereld kan je hierbij helpen!

Terug naar overzicht

Deze website maakt gebruik van cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring op onze website krijgt