Verduurzaming vastgoed: Maatschappelijke en wettelijke kaders

Naast de doelstelling van gebouweigenaren om hun vastgoed te verduurzamen zijn er ook maatschappelijke en wettelijke kaders die de verduurzaming van vastgoed verplicht stellen.

Klimaatakkoord

In het klimaatakkoord heeft de overheid haar duurzaamheidsambities vastgesteld. Er zijn een groot aantal wetten en regels opgesteld voor gebouweigenaren om aan deze ambities te voldoen.

Bij het afsluiten van het klimaatakkoord is vastgesteld dat we in 2030 55% minder broeikasgassen (CO2) uitstoten en in 2050 95% minder ten opzichte van 1990. Dit is vastgelegd in de Klimaatwet. In het Klimaatakkoord is vastgesteld hoe we dit gaan doen.
Per sector zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in de sectorale routekaart.

Sustainable Development Goals (SDG's): 17 doelen voor een duurzamere wereld

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen zijn wereldwijd bekend als de Sustainable Development Goals (SDG’s). In 2015 hebben alle 193 landen die lid zijn van de Verenigde Naties (VN) de doelen aangenomen. Met deze doelen willen zij in 2030 een duurzame wereld voor iedereen bereiken, waarin niemand wordt buitengesloten. De doelen gelden voor alle landen en voor alle mensen.


Hierin is SDG 13 gericht op de aanpak van door mensen veroorzaakte klimaatcrisis. In 2015 is het Parijs-akkoord tot stand gekomen dat beoogt klimaatverandering en de nadelige effecten daarvan te verminderen. De effecten van klimaatverandering vormen een bedreiging voor mens en natuur.

Energiebesparingsplicht

Organisaties met een verbruik per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas (of equivalent) zijn op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. 

Een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) is één van de Erkende Maatregelen van deze Energiebesparingsplicht. 

Daarnaast hebben bedrijven per 1 juli 2019 de informatieplicht energiebesparing. Alle Erkende Maatregelen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend moeten gerapporteerd worden via eLoket. De meest recente versie van de Erkende Maatregelenlijst is van 1 juli 2023. Deze diende voor 1 december 2023 ingediend te zijn bij Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO). 

Het is mogelijk dat gebouweigenaren, naast de informatieplicht energiebesparing, ook een Energie- auditplicht hebben. Dat hangt af van een aantal factoren; zoals het aantal werknemers, de omzet en het balanstotaal. Een EED energieaudit (Europese Energie Efficiency Richtlijn) is een structureel en periodiek onderzoek naar energiebesparing.

Energielabel C - kantoorpanden 2023

Sinds 1 januari 2023 moet elk kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Volgens het bouwbesluit mogen gebouwen die op dat moment niet aan deze eis voldoen, niet meer als kantoorpand gebruikt worden. Dit betekent dat het primair fossiel energieverbruik maximaal 225 kWh per m2 mag zijn. Reeds afgegeven energielabels die niet voldoen aan deze eis, zijn verlopen op deze datum.

Energy Performance of Buildings Directive EPBD III/IV

Op 10 juli 2018 heeft de Europese Commissie de herziene Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III) vastgesteld. Deze richtlijn heeft als doel om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren, waardoor het energiegebruik daalt.
De maatregelen uit de EPBD III zijn onderverdeeld in de volgende drie thema's:

  1. Systeemeisen technische bouwsystemen
  2. Technische keuringen van verwarmings- en aircosystemen
  3. Toepassing van energiemonitoring

Systeemeisen technische bouwsystemen

Bij dit thema worden systeemeisen voorgeschreven voor de verbetering van de energieprestatie van technische bouwsystemen. Deze eisen richten zich op de energieprestatie, het adequaat dimensioneren, installeren en inregelen, en de instelbaarheid van de technische bouwsystemen. Deze eisen zijn uitsluitend van toepassing bij de aanleg van nieuwe technische installaties of grootschalige vervanging van technische installaties.

Technische keuringen van verwarmings- en aircosystemen

Thema twee verplicht de eigenaar van een verwarmings- als airconditioningssystemen vanaf een nominaal vermogen van 70 kW deze te keuren. Als één van beide systemen is gekoppeld aan een ventilatiesysteem, moet dit ventilatiesysteem ook gekeurd worden.

Toepassing van energiemonitoring

Utiliteitsgebouwen met verwarmings- of airconditioningssystemen met een vermogen van meer dan 290 kW dienen vanaf 2026 te zijn voorzien van een gebouwautomatiserings- en controlesysteem (GACS). Deze systemen moeten in staat zijn om:
• Het energieverbruik permanent te controleren, bij te houden, te analyseren en de bijsturing ervan mogelijk te maken.
• De energie-efficiëntie van het gebouw te toetsen, rendementsverliezen van technische bouwsystemen op te sporen en de beheerder van de voorzieningen of technische installaties te informeren over de mogelijkheden om dit te verbeteren.
• De communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk te maken.

In April 2024 is de EPBD IV aangenomen als opvolger van de EPBDIII. De komende twee jaar wordt deze verwerkt in de wetgeving. Mocht hier gedurende het vaststellen van de verduurzamingsroute wijzigingen in komen dan zullen deze worden verwerkt.

Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) staat in de schijnwerpers. Complexe uitdagingen zoals klimaatverandering, toenemende sociale ongelijkheid, migratiestromen, gezondheidsproblemen wereldwijd, afnemende biodiversiteit en voortschrijdende economische globalisering, doen het besef groeien dat er nood is aan duurzame ecologische, sociale en economische veranderingen. Het opstellen en uitvoeren van een verduurzamingsplan geeft inzicht in het behalen van CO2-reductie doelstellingen en de mogelijkheden tot MVO implementatie conform de ISO 26000. 

Veroudering vastgoed

Theoretisch heeft de gebouwschil een levensduur van minimaal 40 jaar. Voor de technische installaties is dat circa 20 jaar. Dit laatste geldt ook voor de inrichting van het gebouw. Deze voldoet vaak niet meer aan de wensen en eisen die gesteld worden aan de hedendaagse manier van werken of wonen. 

Na een periode van 20 jaar en 40 jaar moet een gebouweigenaar keuzes maken. Er zullen installaties verouderd zijn en de inrichting zal niet meer passen bij het gebruik. Voor de regeltechnische aansturing van de installaties geld zelfs vaak een kortere levensduur dan de gestelde 20 jaar. Het MeerJarenOnderhoudsPlan (MJOP) en de bijbehorende meerjaren onderhoudsbegroting geven inzicht in de status van de installatie en het gebouw en de bijbehorende te verwachten vervangingskosten. 

In het verleden werden installaties veelal ontworpen aan de hand van een statische situatie bij extreme weeromstandigheden. Deze schetste een situatie die in de praktijk zelden tot nooit voorkomt. Ook de aansturing werd ontworpen en ingeregeld om optimaal te functioneren in de extreme ontwerpcondities, maar niet in gebruikscondities. Gevolg hiervan is dat de installaties 99% van de tijd overgedimensioneerd zijn en daarmee niet optimaal functioneren.

Terug naar overzicht
© Van Tilburg Energie Design
website ontwikkeld door Kempen Creƫert & LR Internet